|
[ wilde eend en krooneend ] |
In de Kennemerduinen, bij de Oosterplas, zit een man op zijn hurken om een eend te fotograferen. Die gedraagt zich alsof die meneer misschien iets lekkers bij zich heeft. Hij heeft een snavel als een zuurstok, zo rood. Wat een mooie eend! Thuis lees ik dat het een krooneend is. De krooneend heeft zich aangesloten bij een koppel wilde eenden. Ze lijken geen problemen te hebben met dit derde wiel aan de wagen. Waarschijnlijk ziet het mannetje de zonderling niet als concurrentie. De krooneend komt bij mij kijken, maar ook ik haal geen eten tevoorschijn. Gedrieën kabbelen ze het meer op.
|
[ hertenvraat ] |
Ik hoor weinig vogels, valt me op. Misschien door de harde wind? In het bos richting Vogelmeer klinkt ineens wel van alles. Daar zit een tjiftjaf in een boom. Vinkjes, meesjes, merels, een specht, en ver weg een schraperig eentonig gekras dat ik niet herken. In een den hipt een boomkruiper omhoog. Hij voelt dat ik sta te kijken en blijft stil zitten. Onzichtbaar, niet meer dan een vlekje op de bast. Als ik net doe alsof ik naar andere bomen kijk gaat hij weer verder met insecten zoeken.
|
[ verscholen plas op weg
naar het Vogelmeer ] |
Bij het vogelmeer is het druk: veel ganzen, zwanen, een fuut, ik zie zelfs een kwikstaart op de oever. Veel mensen ook. Een man beent voorbij met op zes meter afstand zijn vrouw erachteraan, zwoegend met een tas om en op stadse laarzen. Bijna uit het zicht heeft hij eindelijk door dat ze hem niet bijhoudt, hij keert en loopt op haar toe. Ik verlies ze uit het oog. Even later komen ze weer langs mijn bankje, zij wederom meters achter hem aan strompelend. Gezellig met zijn tweetjes aan de wandel.
|
[ fitis? ] |
Er zijn altijd wat meer mensen zo dicht bij Parnassia. Weer op pad moet ik een fotomoment inlassen om een converserend stel voor te laten gaan om het geklets achter me kwijt te raken. Gelukkig zit er een vogeltje bovenin een struik te kwinkeleren. De meest gangbare vogels kan ik op uiterlijk wel herkennen, boomkruiper of boomklever haal ik nooit door elkaar, koolmees of pimpelmees, een eitje. Maar zodra het een KBRVtje betreft ben ik nergens meer: een klein bruin rotvogeltje, met dank aan de vogelgids van Hans Dorrestijn.
|
[ uitzicht halverwege de Starrenberg ] |
Ik was
die schapen van vorige keer vergeten, de wandelroute is voor hen omgeleid. Wandelaars worden langs de afrastering over het fietspad gestuurd. Niet leuk, dat drukke, lange, rechte klinkerpad. Ik word bijna de berm in gereden door 'die eikel met zijn bakfiets', zoals een even later tegemoetkomende fietser zich over hem beklaagt tegen zijn vrouw. Opgelucht kan ik eindelijk afslaan. Daar ligt een groepje schapen buiten de afrastering hun vrijheid te overkauwen. Deze keer geen boswachter te bekennen.
heerlijk, een blog vol gestruin door het duin: heb ik toch ook maar mooi weer even een frisse neus bij je gehaald vandaag
BeantwoordenVerwijderen(met mooie showdonottell-momenten)
Fris was het zeker, nochtans genoten van de zon. En drie centimeter langer (show don't tell), dankjewel!
Verwijderen