zaterdag 16 december 2017

Kerstverhaal bij de bushalte

Met de nieuwe dienstregeling sluit de stadsbus nog steeds rot aan op de streekbus. Op een koude avond sta ik weer eens te wachten. Naast me onder de abri staat op gepaste afstand een vrouw op haar telefoon te kijken. Ze wordt aangesproken door een man die komt aanlopen. Ze spreekt Engels, hij hangt een ingewikkeld verhaal aan haar op. Ik houd me afzijdig. Zij kan hem niet helpen en hij komt nu bij mij: de benzinemeter van zijn auto blijkt defect en nu moet hij een jerrycan kopen maar hij heeft niets op zak en hij wilde zijn telefoon al als onderpand geven bij de pomp maar ze weigerden en nu heeft hij € 8,75 nodig voor een jerrycan en kan ik alsjeblieft helpen.

‘Lulkoek’ is het eerste wat ik denk. Maar er is een minimale kans dat de man echt in nood zit. Ik denk terug aan een paar weken geleden, toen ik ook op de bus stond te wachten en door een meisje werd benaderd. Haar vader zou haar daar ophalen en ze stond al heel lang te wachten en haar telefoon was uitgegaan en of ze even met die van mij mocht bellen. ‘Wat een raar verhaal’ dacht ik toen ook. Ik antwoordde “nou, ik heb alleen een prepaid, dus liever niet als je het niet erg vindt”. ‘Overal staan mensen bij andere haltes, die vast allemaal een abonnement hebben’, dacht ik erbij. En ja, weet ik veel wat ze met mijn telefoon gaat doen. Er kwam een bus aanrijden, de chauffeur stapte uit om een sigaretje te roken. Van hem mocht ze wel bellen. “Waar blijf je nou! … Mijn telefoon is uitgegaan! … Nee ik doe niet rustig! … Omdat ik niemand kon vinden met een telefoon!” huilde ze met overslaande stem in de mobiel van de buschauffeur.

Daar denk ik aan bij deze man, die met zijn radeloze verhaal om € 8,75 vraagt voor een jerrycan benzine. Ik geef hem een tientje. Hij zakt bijna door zijn knieĆ«n van opluchting. “Ik betaal je terug!” belooft hij, en hij pakt zijn telefoon. “Wat is je nummer, dan bel ik je, dan heb jij mijn nummer en kun je in een berichtje doorgeven waarnaar ik het moet overmaken”. We regelen het, hij bedankt me nogmaals uit de grond van zijn hart en beent weg met mijn tientje.

De buitenlandse vrouw en ik kijken elkaar aan. “Even if it is fake, it’s only ten euro”, geef ik als verklaring. “I really didn’t have the money” antwoordt ze en ze laat me het beetje kleingeld in haar portemonnee zien. We praten even verder, zij kwam uit dezelfde stadsbus en moet nu dezelfde streekbus hebben als ik. We klagen wat over hoe slecht het aansluit. De abri druppelt ondertussen vol met reizigers. Eindelijk komt onze bus eraan, ‘999 geen dienst’ staat erop, maar de tijd klopt en inderdaad is het de goede. De vrouw lijkt niet te beseffen dat dit onze bus is. Ik loop terug om haar erop te wijzen dat ze in moet stappen. “But it says 999?” zegt ze in verwarring terwijl ze achter me aan komt. Het computersysteem van de bus is stuk, het nummer kan niet gewijzigd, legt de chauffeur uit. En, gelukje voor ons, we kunnen ook niet inchecken en mogen gratis mee. De volgende dag heb ik toevallig diezelfde bus weer, en zo heb ik instant het tientje er al bijna uit.

Ik twijfel of ik de man zal sms'en. Het voelt als een blijk van wantrouwen om het niet te doen. Ik krijg geen reactie en er verschijnt ook geen tien euro op mijn bankrekening. Eigenlijk wist ik dit wel, toch ben ik blij dat ik hem dat tientje gegeven heb: omdat ik erdoor met die vrouw in gesprek raakte, zodat ik haar kon waarschuwen, zodat ze niet nog eens een half uur hoefde te wachten. En omdat rare verhalen soms waar zijn en ik zou willen dat ik geloofd zou worden, als ik in nood verkeerde en alleen zou zijn en hulp nodig zou hebben. Laten we elkaar niet als enge vreemden beschouwen, maar laten we er voor elkaar zijn, elkaar het voordeel van de twijfel gunnen, en onze medemenselijkheid blijven koesteren. Ik wens jullie alle goeds voor 2018.