maandag 27 juni 2011

Excursie rituele planten Huis ter Kleef

De hovenier vertelt
Eén dag voor Sint Jan nam ik deel aan een excursie rituele planten, door de tuin van Natuur- en Milieucentrum Ter Kleef in Haarlem. De hovenier en een vrijwilligster vertelden aanstekelijk en aanschouwelijk over symboliek van bomen en planten, en hoe die symboliek vertaald werd in volksgebruiken.

Keltisch Bomenorakel
Als eerste vrijwilliger van de avond mocht ik het Keltisch Bomenorakel doen: denk aan je prangende probleem en werp met je ogen dicht 20 takjes in een vak van ongeveer 2 x 2 meter. Aangezien ik wel wat ervaring heb met orakelen, kon ik mijn orakel zelf interpreteren. De stokjes waren terecht gekomen in een kerstboommodel: twee paden komen als een ladder met zigzagtreden in de top bij elkaar. Ik concludeerde dat het hinken op twee gedachten in december opgelost zou zijn. Wie een andere interpretatie heeft, is welkom die in een reactie door te geven, dan kunnen we tegen Kerstmis kijken wat er van onze ideeën uitgekomen is.

Bovenop de ruïne
Behalve van de verhalen genoten we van de weelderige tuin van Huis ter Kleef. De bouw van Huis ter Kleef begon in de 13e eeuw. Hoewel genoemd als enige kasteel van Haarlem lag het feitelijk buiten de stadsgrenzen. Tijdens het beleg van Haarlem diende het als hoofdkwartier van de Spanjaarden. Daarna, in 1573, blies de Spaanse bevelhebber Don Frederik (zoon van Alva) het kasteel op. Er rest nu slechts een ruïne.

Bovenop de ruïne
Begin 20e eeuw vestigde men de stadskweektuin van Haarlem op het landgoed rond Huis ter Kleef. In 1910 ontwierp de bekende landschapsarchitect Leonard Springer de sier- en instructietuin. De ruïne verdween onder zand. Na de opgravingen in 1990 is de ruïne opnieuw met zand bedekt, omdat conservering anders te duur zou zijn.

Vijg in de avondzon
De stijl van Springer is nog altijd herkenbaar in de tuin. Er groeien vele soorten inheemse maar ook exotische bomen zoals een vijg en een moerbei. De stinzenplanten waren al uitgebloeid. Nu was het bovenop de ruïne een kleurrijke warboel van wilde planten, voor zover ik ze herkende: papavers, toortsen, teunisbloemen, schurftkruid, en veel prachtigs waarvan ik niet weet hoe het heet. De rest van de tuin was ook een inspiratiebron voor mijn eigen tuin. Heerlijk!

Zaadpluis van de Gele Morgenster
Meer verhalen en foto’s van deze avond vind je op het blog van Marisca.

Voor de geschiedenis van Huis ter Kleef heb ik dankbaar geput uit het boekje ‘Huis ter Kleef’ door Andrea Bloem, een uitgave van het Natuur- en Milieucentrum Ter Kleef – gemeente Haarlem, uit juli 2000.

Vrijwilligster onder de walnoot
Jaarlijks worden in de tuin van Huis ter Kleef vele rondleidingen en evenementen verzorgd voor schoolgroepen, natuurverenigingen en bezoekers. Wil je elk seizoen de digitale nieuwsbrief ontvangen, stuur dan een e-mail naar terkleefnieuws[apenstaart]haarlem[punt]nl

zaterdag 18 juni 2011

’t Huys Dever te Lisse

Met video van vechtende ridders! Zie onderaan dit bericht.

Tweede Pinksterdag ben ik met een stel vrienden naar ’t Huys Dever in Lisse geweest. Dat is een kasteel uit de 14e eeuw. Omdat het Landelijke Kastelendag was, was er extra veel te beleven.

In de Ridderzaal stond een tafel met de resten van een middeleeuwse lunch, bereid door een amateurkok die zich verdiept had in recepten en filosofie van de middeleeuwse keuken. Die filosofie was gebaseerd op een soort elementenleer: droog, nat, koud en heet. Die hangen samen met de vier temperamenten of ‘humores’ die men onderkende: sanguinisch (heet en nat), melancholisch (koud en nat), cholerisch (heet en droog) en flegmatisch (koud en droog). Ik moet erbij zeggen dat ik dit achteraf zo uitgevogeld heb, want ik kon me niet precies herinneren hoe hij het vertelde. Zie ook Wikipedia over humores. Waar het om ging, is dat je met voedsel onevenwichtigheid terug in balans kunt brengen, door bijvoorbeeld een heethoofd meer koude gerechten te serveren.

Gepassioneerd schetste de kok het menu dat hij gekookt had. Vooraf hadden ze Valenciaanse sinaasappelen met basterdsuiker, nootmuskaat en kaneel, door een beslag gehaald en gefrituurd, geserveerd met hete mosterd. Dan spinazie met knoflook, gemarineerde kool, saffraanrijst en geroosterd vlees. Traditiegetrouw werd de maaltijd afgesloten met kaas. In de middeleeuwse cuisine werden verrassend veel en in grote hoeveelheden specerijen gebruikt. Alleen door de hoge heren uiteraard: een dergelijk menu was het equivalent van een hedendaagse fles wijn van 1000 euro.

Op de zolder van ’t Huys Dever staat een fraaie verzameling gebruiksvoorwerpen in vitrines. Ik was weg van de brokstukken roemers en beschilderde glazen, en de resten serviesgoed. De kok heeft uiteraard niet de originelen gebruikt voor zijn feestmaal. Hij laat serviesgoed namaken door hedendaagse pottenbakkers. Dat gebeurt zo historisch juist als mogelijk is, bij voorkeur met klei uit de buurt, en geen gewoon keramiek maar steengoed. Ook messen worden op maat gemaakt naar middeleeuws voorbeeld.

In de Kapelzaal waren we al een ridder tegengekomen, in de kelder liet een andere ridder zich door zijn schildknaap in het harnas hijsen. Er ging gevochten worden! Ik was verbaasd te horen dat ze vroeger ook te voet een harnas droegen. Een harnas weegt wel 28 kilogram, waarvan de helm alleen al minstens 3kg. De armen waren het lichtst, daar had je de grootste bewegingsvrijheid nodig. De ridder poetste zijn helm nog eens extra op en toog naar buiten, waar al twee ridders een kring toeschouwers verzameld hadden. Om en om lieten ze de vechtmethoden zien, hoe de lans te gebruiken en waar te mikken om de tegenstander uit te schakelen, in de nek, in de oksels, met dat venijnige puntje aan het uiteinde. Waar de één het won met zijn lans, won de ander het als hij het tot een worstelpartij kon laten komen. Hoogst vermakelijk. En loodzwaar voor de ridders, met dat harnas.


't Huys Dever te Lisse: riddergevecht van Linda Hartgring op Vimeo.

maandag 6 juni 2011

Een jonge kauw

Ik zit met een vriendin van mij in de tuin, als de buurman met de twee katten mij over de schutting heen een jonge kauw aanreikt. Veel te gevaarlijk voor hem in zijn tuin.

Het is niet duidelijk wat er met hem aan de hand is. Is hij alleen maar erg jong, of misschien tegen een raam aangevlogen, of aangevallen? Het lijkt een goed idee om hem voorlopig in een doos te zetten, zodat hij kan bijkomen. Daar springt hij meteen uit. Ik pak hem weer op en zet hem uit de zon en uit het zicht van potentiële belagers onder een struik met een bakje water ernaast. Hij blijft er braaf zitten.

Na een tijdje komen zijn ouders nabij in een boom zitten. Ze roepen wat heen en weer en de kleine komt onder de struik vandaan. Hij lijkt niets te mankeren. Toch vliegt hij niet naar ze toe en komen zij niet naar hem toe om hem te voeren. Het jong keutelt wat oenig door de tuin richting het schaduwterras tegen het huis aan. Het opstapje van drie treden neemt hij vliegend, dat ziet er goed uit. Ik strooi er wat havermout en zet er een bakje water neer. Wij blijven aan het andere eind van de tuin in de zon zitten.

De ouders komen af en toe vanaf de dakgoot met het jong praten, maar verder gebeurt er niets. Het is zo langzamerhand snikheet in de zon, en we besluiten heel rustig bij het kauwtje in de schaduw te gaan zitten. Ik geloof dat hij dat wel geruststellend vindt. Kan hij even zijn oogjes toe doen, want tjonge wat is hij moe geworden van dat gedoe. Een paar tortels hebben de havermout ontdekt en pikken een graantje mee. Ons kauwtje jaagt ze een beetje weg, we zijn trots op hem. Zelf eten doet hij niet, hij drinkt ook niks. De ouders komen ook niet verder, zeker niet nu we erbij zitten.

Voor de zekerheid bellen we het vogelhospitaal. Die bevestigt dat hij waarschijnlijk net enkele dagen uit het nest is en nog niet zo goed vliegt. De ouders roepen hem van een afstandje om hem als het ware een schop onder zijn kont te geven. Om ze meer de ruimte te geven, gaan we naar binnen. In eerste instantie lijkt hij daar niet onder te lijden, maar dan komt hij naar de deur rennen. Hij springt op de vensterbank en flappert tegen het raam aan.

De vriendin besluit voor de stranddrukte uit naar huis te rijden, en ik besluit om dan maar weer naar buiten te gaan. Die verlatingsstress kan nooit goed voor hem zijn. Ik laat de vriendin uit de voordeur. Als ik terugkom bij de achtertuin is de vogel gevlogen. Denk ik, want ik zie hem nergens meer. Was de paniek dat hij er nu alleen voor stond blijkbaar precies de juiste motivatie om zichzelf te overstijgen.

donderdag 2 juni 2011

Pimpelmezen 2011 video

Pimpelmezen in de nestkast 2011 van Linda Hartgring op Vimeo.

Dik acht minuten pimpelmezen, omdat ik er zelf geen genoeg van kan krijgen! Het voeren van de meesjes in de nestkast is van de paar dagen voorafgaand aan het uitvliegen. Er zijn er meer uitgevlogen dan op film staan. Maar hoeveel?

Dit waren alle 6 afleveringen van de Pimpelmezen 2011.
Aflevering 1: Pimpelmezen in het nestkastje
Aflevering 2: Pimpelmezen aan het broeden?
Aflevering 3: Piepende pimpelmeesjes
Aflevering 4: Pimpelmezen van Jolanda Groeneveld
Aflevering 5: Pimpelmezen uitgevlogen!