Via Duinvliet fietsen Colette en ik naar het 17e-eeuwse landgoed Elswout aan de binnenduinrand van het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Terwijl half Nederland op het strand ligt te bakken zoeken wij liever het koele bos op. Op de weide bij het landhuis ligt een mevrouw te zonnen. Enkele mensen wandelen met een hond aan de lijn. Er heerst een lome rust.
Ik ben hier lang niet geweest. Ik kan me toch herinneren dat er ook damherten stonden, op het veld voor de oranjerie. Er is nu geen hert te bekennen. Bovenal herinner ik me van Elswout de folly's, letterlijk 'dwaasheden': bouwwerkjes zonder functie, gewoon voor de aardigheid. Die staat verspreid door het bos.
We besluiten de rode route te lopen, dan zouden we alle monumenten tegen moeten komen. Al bij het eerste rode paaltje kiezen we een ander pad. We hebben even plezier met het laten ploppen van de zaden van de springbalsemien, die hier overal staat. Ons pad vervolgend zien we tussen de bomen een huisje schemeren. Het doet Marokkaans aan, met blauw houtwerk van sierlijke bogen om een verandakuil. Hier zou een verhalenverteller moeten zitten, fantaseren we. En daar dat kleine deurtje, alsof er een kabouter woont. De grote-mensen-deur staat open. Deze schuur is de Fazanterie, die zo te zien als opslagruimte gebruikt wordt.
Colette doet een cursus Miksang, contemplatieve fotografie. Niet kijken naar een benoembaar object, maar het beeld ervaren, zonder interpretatie of vooropgestelde ideeƫn. "Wat stopt je?" is de centrale vraag. Waar word ik door gegrepen? Ik dacht dat ik altijd al vrij abstract kijk, maar nu merk ik dat beestjes gauw mijn oog trekken. Doorkijkjes, die zijn ook altijd leuk. Ik probeer echt te letten op kleur, patroon en textuur, maar dan ontdek ik dat ik Colette door een rond sleutelgat kan fotograferen. Is dit wel of niet Miksang? Ik weet het niet, maar we amuseren ons er wel mee.
Uitgelaten lopen we verder. We volgen een bemost pad over boomstronken een heuvel op. Van bovenaf kijken we neer op een houten hutje met een glas-in-loodraam. "Een kluizenaarshut," opper ik. We willen de hut van de voorkant zien. Hij staat halverwege de heuvel, een klein paadje loopt ernaartoe. Deze folly blijkt toepasselijk De Hermitage te heten. De wanden zijn binnen en buiten beslagen met gladde, verwrongen boomstronken. Aan de buitenkant zit de structuur vol met spinnenwebjes. Over een ervan loopt een glinsterend slakkenspoor. Als ik het van dichtbij bekijk schiet de bijbehorende spin zijn holletje in.
Terug in het bos fladderen bonte zandoogjes om ons heen. Als deze vlinders op de grond gaan zitten, zie je ze bijna niet meer, ze gaan volledig op in de bruine blaadjes. Achter ons hoor ik gescharrel. Ik denk aan een hert, maar het kan wel gewoon een merel zijn. Op droge bladeren klinkt iets al gauw heel groot. We turen spiedend tussen de bomen door. Ineens ziet Colette een eekhoorntje de heuvel op huppelen, al ritselend. Hij schiet een boom in en ik zie hem niet meer. Maar dan vallen er brokjes naar beneden, die hem verraden. "Ik mag wel uitkijken dat ik niks in mijn oog krijg," zeg ik, terwijl ik probeer de eekhoorn tussen de takken te ontwaren. "Ik zou mijn mond ook maar dicht houden," vult Colette aan.
Bij een kolossale dikke beuk nemen we een boterham. De dikke wortels vormen een mooi zitje. Door het lover staren we wat over het weiland aan de rand van het bos. We genieten van de rust, van het warme weer dat zo aangenaam is in de schaduw van het gebladerte, en van wat we allemaal al gezien hebben hier. Niet alleen de gekke huisjes of de vele bruggetjes, allemaal anders. Of de beestjes: vlinders, eekhoorn, specht, buizerds, padjes. Ook het bos zelf is zo mooi, met watertjes, mos, verschillende soorten bomen en ondergroei en uitnodigende paden en heuvels.
Verzadigd lopen we terug naar de uitgang. Het is wat drukker geworden. Bruiloftsgasten lopen bezweet op weg naar de Oranjerie. Er zijn mensen aan het picknicken op de wei. Daar staat een hertje! Voorzichtig sluipen we naderbij, het dier lijkt ons niet te zien. Of toch wel, maar blijkbaar kan het hem niet schelen. We houden nog steeds een respectabele afstand. Van rechts komt een klein meisje met uitgestoken armpjes op het hert af keutelen. Het hertje loopt niet weg, maar kijkt hoopvol of dat schattige meisje iets lekkers bij zich heeft.
Waar de andere herten zijn gebleven? Misschien dat ze ergens anders heen zijn gebracht. Dit hert is liever hier gebleven, waar de moeder van het meisje worteltjes uit haar tas haalt, die het meisje hem een voor een voert.
Mijn foto’s van vlinders, hert en eekhoorn op Waarneming.nl
Mooi verslag van een heerlijke dag! En over Miksang gesproken: je hebt alles goed op je laten inwerken volgens mij, als je ziet hoeveel details je weergeeft, leuk om de dag zo weer te beleven!
BeantwoordenVerwijderenen leuk dat ik het via de pc heb mogen mee beleven. Ja, Elswout is in alle jaargetijden een heerlijke plek om te lopen, zitten, kijken en dan natuurlijk, fotograferen. Tekst en foto's nodigen uit er ook weer eens te gaan lopen. Zo breng je me naar heel wat plekjes Linda.
BeantwoordenVerwijderenDankjewel Colette en Marisca! Vergeet ook as zondag niet: 12 augustus is het Poƫziefestival in Elswout.
BeantwoordenVerwijderen