Met de nieuwe dienstregeling sluit de stadsbus nog steeds rot aan op de streekbus. Op een koude avond sta ik weer eens te wachten. Naast me onder de abri staat op gepaste afstand een vrouw op haar telefoon te kijken. Ze wordt aangesproken door een man die komt aanlopen. Ze spreekt Engels, hij hangt een ingewikkeld verhaal aan haar op. Ik houd me afzijdig. Zij kan hem niet helpen en hij komt nu bij mij: de benzinemeter van zijn auto blijkt defect en nu moet hij een jerrycan kopen maar hij heeft niets op zak en hij wilde zijn telefoon al als onderpand geven bij de pomp maar ze weigerden en nu heeft hij € 8,75 nodig voor een jerrycan en kan ik alsjeblieft helpen.
‘Lulkoek’ is het eerste wat ik denk. Maar er is een minimale kans dat de man echt in nood zit. Ik denk terug aan een paar weken geleden, toen ik ook op de bus stond te wachten en door een meisje werd benaderd. Haar vader zou haar daar ophalen en ze stond al heel lang te wachten en haar telefoon was uitgegaan en of ze even met die van mij mocht bellen. ‘Wat een raar verhaal’ dacht ik toen ook. Ik antwoordde “nou, ik heb alleen een prepaid, dus liever niet als je het niet erg vindt”. ‘Overal staan mensen bij andere haltes, die vast allemaal een abonnement hebben’, dacht ik erbij. En ja, weet ik veel wat ze met mijn telefoon gaat doen. Er kwam een bus aanrijden, de chauffeur stapte uit om een sigaretje te roken. Van hem mocht ze wel bellen. “Waar blijf je nou! … Mijn telefoon is uitgegaan! … Nee ik doe niet rustig! … Omdat ik niemand kon vinden met een telefoon!” huilde ze met overslaande stem in de mobiel van de buschauffeur.
Daar denk ik aan bij deze man, die met zijn radeloze verhaal om € 8,75 vraagt voor een jerrycan benzine. Ik geef hem een tientje. Hij zakt bijna door zijn knieën van opluchting. “Ik betaal je terug!” belooft hij, en hij pakt zijn telefoon. “Wat is je nummer, dan bel ik je, dan heb jij mijn nummer en kun je in een berichtje doorgeven waarnaar ik het moet overmaken”. We regelen het, hij bedankt me nogmaals uit de grond van zijn hart en beent weg met mijn tientje.
De buitenlandse vrouw en ik kijken elkaar aan. “Even if it is fake, it’s only ten euro”, geef ik als verklaring. “I really didn’t have the money” antwoordt ze en ze laat me het beetje kleingeld in haar portemonnee zien. We praten even verder, zij kwam uit dezelfde stadsbus en moet nu dezelfde streekbus hebben als ik. We klagen wat over hoe slecht het aansluit. De abri druppelt ondertussen vol met reizigers. Eindelijk komt onze bus eraan, ‘999 geen dienst’ staat erop, maar de tijd klopt en inderdaad is het de goede. De vrouw lijkt niet te beseffen dat dit onze bus is. Ik loop terug om haar erop te wijzen dat ze in moet stappen. “But it says 999?” zegt ze in verwarring terwijl ze achter me aan komt. Het computersysteem van de bus is stuk, het nummer kan niet gewijzigd, legt de chauffeur uit. En, gelukje voor ons, we kunnen ook niet inchecken en mogen gratis mee. De volgende dag heb ik toevallig diezelfde bus weer, en zo heb ik instant het tientje er al bijna uit.
Ik twijfel of ik de man zal sms'en. Het voelt als een blijk van wantrouwen om het niet te doen. Ik krijg geen reactie en er verschijnt ook geen tien euro op mijn bankrekening. Eigenlijk wist ik dit wel, toch ben ik blij dat ik hem dat tientje gegeven heb: omdat ik erdoor met die vrouw in gesprek raakte, zodat ik haar kon waarschuwen, zodat ze niet nog eens een half uur hoefde te wachten. En omdat rare verhalen soms waar zijn en ik zou willen dat ik geloofd zou worden, als ik in nood verkeerde en alleen zou zijn en hulp nodig zou hebben. Laten we elkaar niet als enge vreemden beschouwen, maar laten we er voor elkaar zijn, elkaar het voordeel van de twijfel gunnen, en onze medemenselijkheid blijven koesteren. Ik wens jullie alle goeds voor 2018.
Casa Linda Blog
zaterdag 16 december 2017
vrijdag 26 mei 2017
De sint-jacobsvlinder in het labyrint
Hemelvaartsdag, kwart over acht ‘s ochtends. Met de dauw op mijn ogen fiets ik naar Bloemendaal aan zee, naar het Eindpunt. Drie keer eerder liep ik een labyrint: een keer in de Grote Kerk, een keer bij Dé Plek (beide een pop-up labyrint tijdens de Geluksroute Haarlem) en een keer bij de Vlierhof in Kleve, Duitsland, waar een prachtig labyrint gemaakt is met kruiden, heesters en andere planten. Dit wordt de eerste keer dat ik op het strand een labyrint ga lopen.
De zon straalt, er staat een fris briesje, de eerste badgasten installeren zich op hun strandbedjes. Ik stel me voor aan organisator Joke en aan de andere deelnemers. Joke heeft bamboe stokken en een touw met lussen op elke 60 cm. Ik houd in het midden een stok in het zand gepind, terwijl twee anderen elk een stok door een lus steken, de draad strak trekken en zij aan zij achteruitlopend de paden van het labyrint rondom in het zand krassen. We maken dit keer het labyrint van Chartres, dezelfde grondvorm als die in de Vlierhof. De bochten worden ingetekend en we versieren het labyrint met schelpen, drijfhout en wat we nog meer vinden. Iedereen speelt eraan mee. Ik zoek in de branding naar een mooi schelpje en vind een verdronken sint-jacobsvlinder. Die leg ik in het midden van het labyrint.
Als we vinden dat het klaar is, geeft Joke uitleg over het labyrint: in tegenstelling tot een doolhof is er maar één weg naar binnen, en je gaat dezelfde weg terug eruit. Je kunt het lopen op de manier die je zelf wilt, alles mag. De eersten lopen het labyrint in. Het verrast me dat hun looptempo niet sereen meditatief traag is, maar van een gewone wandelsnelheid. “We hebben het labyrint ook wel eens rennend gedaan,” vertelt een deelnemer, “dan moet je wel goed opletten in de bochten.” Wat bevrijdend! Ik besluit het ook eens te proberen; niet rennend, maar in mijn normale tempo.
Ik heb oog voor wat ik allemaal tegenkom op het pad, in plaats van diep in mezelf te zinken. Mijn blik valt op een zaagje (een bepaalde schelp), die neem ik mee. Verderop ligt midden op het pad een glinsterende, transparante kwal. Ik kom langs een grote zwarte schelp, en in een volgende cirkel langs een wit veertje. Halverwege laat ik in een opwelling het zaagje achter op het pad. Hier op het strand is het een volstrekt andere beleving dan bij de andere drie labyrinten die ik liep. Ik voel geen moeheid, geen tranen, geen ongeduld, het is fijn om in mijn natuurlijke tempo te lopen. Af en toe raak ik afgeleid door iets wat elders op het strand gebeurt en dan wankel ik. Wel focus blijven houden op mijn pad! Ik pak een ander zaagje op en dat neem ik mee naar het centrum.
Eerder dan verwacht kom ik daar aan. Ik bewonder het schelpenpatroon, maar waar is nou mijn vlinder? Dan zie ik een deelnemer op de terugweg uit het labyrint met haar handen koesterend in een kommetje gevouwen. Alles komt en gaat. Ik wil ook iets meenemen uit het labyrint. Ik zie een dichte mossel, die zal ik naar zee terug brengen. Een klein wit schelpje kan ik ook niet laten liggen. Ik heb twee dingen ingebracht, dan mag ik er twee uit halen, zo redeneer ik. Op de terugweg leg ik het witte schelpje naast de grote zwarte schelp. Als ik de mossel later zachtjes in het water laat zakken, gaan de kleppen een beetje open.
Na afloop drinken we samen koffie en thee, sommigen bestellen taart erbij. We praten gezellig na. Ik schrijf steekwoorden in mijn boekje. Joke pakt ook haar schrijfboek erbij. Ze vraagt ons allemaal om een woord. Ik kom op ‘laid back nieuwsgierig’. Het thema van deze week is ‘erkenning’, hoor ik. Dat vormt het eerste woord van het gedicht van al onze woorden bij elkaar. We bestellen nog een rondje. De zon brandt, muziek klinkt over het terras. Beneden huppelen kinderen door het achtergelaten labyrint.
Joke begeleidt in de zomer wekelijks een labyrint op het strand van Bloemendaal.
Bamboe krast lijnen
in het zand, een lichtvoetig
labyrint aan zee
in het zand, een lichtvoetig
labyrint aan zee
De zon straalt, er staat een fris briesje, de eerste badgasten installeren zich op hun strandbedjes. Ik stel me voor aan organisator Joke en aan de andere deelnemers. Joke heeft bamboe stokken en een touw met lussen op elke 60 cm. Ik houd in het midden een stok in het zand gepind, terwijl twee anderen elk een stok door een lus steken, de draad strak trekken en zij aan zij achteruitlopend de paden van het labyrint rondom in het zand krassen. We maken dit keer het labyrint van Chartres, dezelfde grondvorm als die in de Vlierhof. De bochten worden ingetekend en we versieren het labyrint met schelpen, drijfhout en wat we nog meer vinden. Iedereen speelt eraan mee. Ik zoek in de branding naar een mooi schelpje en vind een verdronken sint-jacobsvlinder. Die leg ik in het midden van het labyrint.
[ Tekenen. Foto: deelnemer ] |
[ Sint-jacobsvlinder ] |
[ Lopen. Foto: deelnemer ] |
Op blote voeten
Zand en water, zon en wind
Mijn pad vol bochten
Zand en water, zon en wind
Mijn pad vol bochten
Na afloop drinken we samen koffie en thee, sommigen bestellen taart erbij. We praten gezellig na. Ik schrijf steekwoorden in mijn boekje. Joke pakt ook haar schrijfboek erbij. Ze vraagt ons allemaal om een woord. Ik kom op ‘laid back nieuwsgierig’. Het thema van deze week is ‘erkenning’, hoor ik. Dat vormt het eerste woord van het gedicht van al onze woorden bij elkaar. We bestellen nog een rondje. De zon brandt, muziek klinkt over het terras. Beneden huppelen kinderen door het achtergelaten labyrint.
Joke begeleidt in de zomer wekelijks een labyrint op het strand van Bloemendaal.
donderdag 16 februari 2017
Mijn Geluksroute Haarlem 2017: shiatsu!
Twee volle dagen shiatsu geven: dat was mijn Geluksroute dit jaar. En het was geweldig! Samen met Jaap, en op zondag ook met Petra, gaf ik bij HOF20 aan de lopende band korte behandelingen op de tatamimat of op de speciale stoel. Ook gaven we twee keer een workshop ‘Leer zelf shiatsu geven’.
Het zag er even naar uit dat voor mij de pret niet door zou gaan: vlak van tevoren werd ik snotverkouden. Als een dweil liep ik op zaterdag bij HOF20 naar binnen. Medegeluksbrenger Laura Freling werd mijn redding. Zij gaf mij Reiki, met haar handen op mijn schouders, op mijn hoofd, boven mijn hoofd. Binnen een paar minuten voelde ik alles van me afglijden en kwamen er een lichtheid en ontspanning over me. Ik heb me de hele dag fit gevoeld. Dat was nodig ook, zo veel animo als er was voor onze shiatsubehandelingen! Ook onze workshop zat vol.
Wat een feest om al die mensen te laten ervaren waar ik zelf zo gelukkig van word. Dat is zowel het ontvangen van shiatsu als het geven. Shiatsu is Japanse drukpuntmassage. Het vraagt geen spierkracht om mee te werken, je maakt gebruik van de zwaartekracht. Je geeft ook niet je eigen energie weg, door de druk en strekking bied je de energie van de ander gelegenheid om door te stromen. Het aardige is dat je in je eigen lijf kunt voelen wat je doet: als je goed zit, voelt het prettig en blijmakend. Bij shiatsu geldt dat geluk brengen ook geluk ontvangen is.
Op dag twee van de Geluksroute had ik wel wat opstarttijd nodig. Ik word dan wel niet heel moe van shiatsu geven, alle sensatie en uitwisseling van dag één waren behoorlijk intensief voor me. Gelukkig hadden de geluksplukkers op zondag ook wat opstarttijd nodig, en kon ik in alle rust met een kopje thee en wat oefeningen Qi Gong tot mezelf komen, daar op de zolder van HOF20. Zo zie je maar weer hoe de Geluksroute werkt: alles gaat zoals het moet gaan, je kunt het in vertrouwen laten gebeuren.
Doordat we zondag met ons drieën waren voelde ik de ruimte om mee te doen met de workshop ‘Mag ik ook mild voor mezelf zijn?’ van Titia Bakker. Ik heb in de afgelopen paar jaar hardhandig moeten leren vooral goed voor mezelf te zorgen. Nu ik steeds vitaler word sluipt de neiging tot doordouwen er weer in. Ik wil zo veel en het gaat zo langzaam! En ik blijf onzeker of ik echt moe ben of dat ik alleen gewend ben geraakt aan het idee van moe zijn. Met als gevolg dat ik het pas geloof als ik me weer eens flink overbelast heb. In de workshop leidde Titia ons door een visualisatie: “Vanuit een veilige plek in je gedachten komt er een wijze vrouw op je toe lopen”. Ik zag haar niet, dat wil zeggen, ik zag een oudere vrouw van een reclameplaatje, die wilde ik niet. Mijn zus? Nee. Mijn eigen spiegelbeeld dan? Ook niet. Ik liet het idee van een vrouw los. Onmiddellijk verscheen mijn eigen trouwe gids – een oude Japanner – en zat ik op mijn bekende bergtop. “Maar je bent toch gewoon oké?” glimlachte mijn gids. “Ja, dat weet ik ook wel”, antwoordde ik welgemeend. Zo eenvoudig kan het zijn.
De workshop ‘Leer zelf shiatsu geven’ zat ook op zondag weer vol, en we gaven de rest van de middag nog vele behandelingen. Mijn verkoudheid was volledig naar de achtergrond verdwenen. Ik voelde me fantastisch! Daarna moest ik drie dagen bijkomen. Moe was nu echt moe, wist ik. Moe maar gelukkig.
De eerstvolgende introductiecursus shiatsu begint op 22 maart. Hierin leer je in vijf lessen zelf shiatsu geven. Wil je graag een behandeling shiatsu ontvangen? Jaap Storteboom is een ervaren en erkend shiatsutherapeut. Of je kiest voor een behandeling door een therapeut in opleiding, dat is bij mij of bij Petra.
Tot slot een impressie van de Geluksroute (met HOF20 vanaf minuut 2'28):
[ Stilte voor de storm ] |
Wat een feest om al die mensen te laten ervaren waar ik zelf zo gelukkig van word. Dat is zowel het ontvangen van shiatsu als het geven. Shiatsu is Japanse drukpuntmassage. Het vraagt geen spierkracht om mee te werken, je maakt gebruik van de zwaartekracht. Je geeft ook niet je eigen energie weg, door de druk en strekking bied je de energie van de ander gelegenheid om door te stromen. Het aardige is dat je in je eigen lijf kunt voelen wat je doet: als je goed zit, voelt het prettig en blijmakend. Bij shiatsu geldt dat geluk brengen ook geluk ontvangen is.
Op dag twee van de Geluksroute had ik wel wat opstarttijd nodig. Ik word dan wel niet heel moe van shiatsu geven, alle sensatie en uitwisseling van dag één waren behoorlijk intensief voor me. Gelukkig hadden de geluksplukkers op zondag ook wat opstarttijd nodig, en kon ik in alle rust met een kopje thee en wat oefeningen Qi Gong tot mezelf komen, daar op de zolder van HOF20. Zo zie je maar weer hoe de Geluksroute werkt: alles gaat zoals het moet gaan, je kunt het in vertrouwen laten gebeuren.
Luister NH Leeft Zondag 5 februari
(met video van de Free Hugs)
Deel 1:
11.11 intro Isabella
17.25 Marike in de ballenbak
34.44 Shiatsu bij mij in HOF20
51.33 Geluksdrankje bij HOF20
Deel 2:
18.17 Free Hugs met Rick Shamier
34.50 Energetische facelift van Raymon Donk
49.45 Complimentenloket
Wat ik ook in vertrouwen liet gebeuren was het interview voor Radio Noord-Holland. In het programma NH Leeft vlinderde verslaggeefster Isabella Prins door de Geluksroute Haarlem. Zo kwam ze bij mij op de mat terecht voor een live interview terwijl ze shiatsu van mij kreeg. Dat was nog niet eenvoudig, met haar koptelefoon op en kabels en zendapparaat om. Haar rug voelen met mijn handen en tegelijk denken om haar vraag te beantwoorden was ook een uitdaging. Ik was blij dat ik al wat radioervaring had van de vorige Geluksroute.(met video van de Free Hugs)
Deel 1:
11.11 intro Isabella
17.25 Marike in de ballenbak
34.44 Shiatsu bij mij in HOF20
51.33 Geluksdrankje bij HOF20
Deel 2:
18.17 Free Hugs met Rick Shamier
34.50 Energetische facelift van Raymon Donk
49.45 Complimentenloket
Doordat we zondag met ons drieën waren voelde ik de ruimte om mee te doen met de workshop ‘Mag ik ook mild voor mezelf zijn?’ van Titia Bakker. Ik heb in de afgelopen paar jaar hardhandig moeten leren vooral goed voor mezelf te zorgen. Nu ik steeds vitaler word sluipt de neiging tot doordouwen er weer in. Ik wil zo veel en het gaat zo langzaam! En ik blijf onzeker of ik echt moe ben of dat ik alleen gewend ben geraakt aan het idee van moe zijn. Met als gevolg dat ik het pas geloof als ik me weer eens flink overbelast heb. In de workshop leidde Titia ons door een visualisatie: “Vanuit een veilige plek in je gedachten komt er een wijze vrouw op je toe lopen”. Ik zag haar niet, dat wil zeggen, ik zag een oudere vrouw van een reclameplaatje, die wilde ik niet. Mijn zus? Nee. Mijn eigen spiegelbeeld dan? Ook niet. Ik liet het idee van een vrouw los. Onmiddellijk verscheen mijn eigen trouwe gids – een oude Japanner – en zat ik op mijn bekende bergtop. “Maar je bent toch gewoon oké?” glimlachte mijn gids. “Ja, dat weet ik ook wel”, antwoordde ik welgemeend. Zo eenvoudig kan het zijn.
De workshop ‘Leer zelf shiatsu geven’ zat ook op zondag weer vol, en we gaven de rest van de middag nog vele behandelingen. Mijn verkoudheid was volledig naar de achtergrond verdwenen. Ik voelde me fantastisch! Daarna moest ik drie dagen bijkomen. Moe was nu echt moe, wist ik. Moe maar gelukkig.
De eerstvolgende introductiecursus shiatsu begint op 22 maart. Hierin leer je in vijf lessen zelf shiatsu geven. Wil je graag een behandeling shiatsu ontvangen? Jaap Storteboom is een ervaren en erkend shiatsutherapeut. Of je kiest voor een behandeling door een therapeut in opleiding, dat is bij mij of bij Petra.
Tot slot een impressie van de Geluksroute (met HOF20 vanaf minuut 2'28):
woensdag 13 april 2016
Haiku-wandeling in Thijsse’s Hof
De haiku is een eeuwenoude Japanse dichtvorm die wortelt in het zenboeddhisme. Het is natuurpoëzie. De dichter noteert waardoor hij wordt getroffen, niet in lyrische termen maar sober, vanuit een besef van het goddelijk absolute achter de veranderlijke natuur.
Als je zelf een haiku-wandeling maakt hoef je dat natuurlijk niet zo serieus te nemen. Gebruik al je zintuigen, laat je raken en tel op je vingers; een haiku bestaat uit drie regels van in totaal zeventien lettergrepen: vijf lettergrepen op de eerste regel, zeven op de tweede regel en vijf op de derde. Idealiter spreekt uit een haiku welk seizoen het is, ofwel door het te benoemen, ofwel door te verwijzen naar een voor dat seizoen typerend verschijnsel, zoals sneeuw of narcissen. Wees specifiek, zoek naar contrasten of juist overeenkomsten in wat je hoort, ziet, ruikt, voelt. En bovenal: geniet.
Het is een van de eerste echt zonnige lentedagen. Onderweg naar Thijsse’s Hof knallen de forsythia’s me tegemoet. Ik zie paardenbloemen, speenkruid, dotters. Geel is blijkbaar de kleur van het voorjaar. De winterjasmijn is ondertussen uitgebloeid, de mahonie begint net. Een citroenvlinder komt voorbij. Zou ik hier iets mee kunnen voor een haiku? Iets met het verlangen naar de eveneens gele, zomerse wielewaal misschien? Ik let goed op al het geels onderweg, en zodra ik het ijzeren hek van Thijsse’s Hof door ben, been ik naar de vijver om op een bankje mijn gedachten op papier te zetten.
Windstil, blauwe lucht
met wolkjes als boodschappers:
twee vlinders, een hart
Het is zondags druk, alle bankjes zijn bezet. Naast het beeld van Thijsse zit een mijnheer in zijn eentje op een bank en ik vraag of ik erbij mag zitten. We raken meteen in gesprek, van schrijven komt voorlopig niets. Dat hoort ook bij zen: omstandigheden accepteren zoals ze zich voordoen en er volledig in aanwezig zijn. De mijnheer en ik spreken over jong en oud, hoe relatief dat is, over onze interesses, onze loopbanen, over de natuur.
Op zoek naar stilte
in gesprek met een vreemde,
onverwacht cadeau
Als hij verder loopt pak ik mijn schrijfboekje. Ik puzzel en puzzel, maar ik kan niets met het geel. Een meerkoet zwemt door de vijver, duikt regelmatig onder, brengt takjes en prut naar zijn nest verderop. Nu ik niet meer in gesprek ben merk ik hoe hard de vogels zingen: ik hoor merels, de fietspomp van de koolmees, een roodborstje en veel meer vogelzang die ik niet herken. Overal hoor je mensen praten, kinderen tetteren, buiten de Hof zoeven auto’s voorbij. Een paar citroenvlinders fladderen langs, een dagpauwoog, een kleine vos. De citroenvlinder heeft dezelfde kleur geel als de sleutelbloem, toch weer dat geel. Ik schrijf, kras door, herschrijf, tel de lettergrepen.
Oude rietpluimen
tussen de groene scheuten,
het water rimpelt
Uren vertoef ik op hetzelfde bankje, wat nou wandeling. Yneke, die vandaag de Hof beheert, komt me gedag zeggen. Ik loop met haar mee naar de egelantier. Ze laat me de jonge blaadjes ruiken. Ik wist niet eens dat die blaadjes ergens naar roken. Maar waarnaar? “Zure appelen,” helpt Yneke. Ze waarschuwt dat de Hof over een half uur dicht gaat. De meeste bezoekers zijn al vertrokken. Ik zit nog even op een bankje bij het bruggetje, probeer een haiku over de egelantier. Om me heen zoemen hommels en bijen. Een merel baddert, een kraai pulkt iets uit het grasveld. Net voor het hek op slot gaat ben ik bij de uitgang. De geur van daslook blijft achter.
Ik zoek woorden, maar
voel slechts de wind in mijn hoofd,
de zon in mijn hart
Als je zelf een haiku-wandeling maakt hoef je dat natuurlijk niet zo serieus te nemen. Gebruik al je zintuigen, laat je raken en tel op je vingers; een haiku bestaat uit drie regels van in totaal zeventien lettergrepen: vijf lettergrepen op de eerste regel, zeven op de tweede regel en vijf op de derde. Idealiter spreekt uit een haiku welk seizoen het is, ofwel door het te benoemen, ofwel door te verwijzen naar een voor dat seizoen typerend verschijnsel, zoals sneeuw of narcissen. Wees specifiek, zoek naar contrasten of juist overeenkomsten in wat je hoort, ziet, ruikt, voelt. En bovenal: geniet.
* * * * *
Het is een van de eerste echt zonnige lentedagen. Onderweg naar Thijsse’s Hof knallen de forsythia’s me tegemoet. Ik zie paardenbloemen, speenkruid, dotters. Geel is blijkbaar de kleur van het voorjaar. De winterjasmijn is ondertussen uitgebloeid, de mahonie begint net. Een citroenvlinder komt voorbij. Zou ik hier iets mee kunnen voor een haiku? Iets met het verlangen naar de eveneens gele, zomerse wielewaal misschien? Ik let goed op al het geels onderweg, en zodra ik het ijzeren hek van Thijsse’s Hof door ben, been ik naar de vijver om op een bankje mijn gedachten op papier te zetten.
Windstil, blauwe lucht
met wolkjes als boodschappers:
twee vlinders, een hart
Het is zondags druk, alle bankjes zijn bezet. Naast het beeld van Thijsse zit een mijnheer in zijn eentje op een bank en ik vraag of ik erbij mag zitten. We raken meteen in gesprek, van schrijven komt voorlopig niets. Dat hoort ook bij zen: omstandigheden accepteren zoals ze zich voordoen en er volledig in aanwezig zijn. De mijnheer en ik spreken over jong en oud, hoe relatief dat is, over onze interesses, onze loopbanen, over de natuur.
Op zoek naar stilte
in gesprek met een vreemde,
onverwacht cadeau
Als hij verder loopt pak ik mijn schrijfboekje. Ik puzzel en puzzel, maar ik kan niets met het geel. Een meerkoet zwemt door de vijver, duikt regelmatig onder, brengt takjes en prut naar zijn nest verderop. Nu ik niet meer in gesprek ben merk ik hoe hard de vogels zingen: ik hoor merels, de fietspomp van de koolmees, een roodborstje en veel meer vogelzang die ik niet herken. Overal hoor je mensen praten, kinderen tetteren, buiten de Hof zoeven auto’s voorbij. Een paar citroenvlinders fladderen langs, een dagpauwoog, een kleine vos. De citroenvlinder heeft dezelfde kleur geel als de sleutelbloem, toch weer dat geel. Ik schrijf, kras door, herschrijf, tel de lettergrepen.
Oude rietpluimen
tussen de groene scheuten,
het water rimpelt
Uren vertoef ik op hetzelfde bankje, wat nou wandeling. Yneke, die vandaag de Hof beheert, komt me gedag zeggen. Ik loop met haar mee naar de egelantier. Ze laat me de jonge blaadjes ruiken. Ik wist niet eens dat die blaadjes ergens naar roken. Maar waarnaar? “Zure appelen,” helpt Yneke. Ze waarschuwt dat de Hof over een half uur dicht gaat. De meeste bezoekers zijn al vertrokken. Ik zit nog even op een bankje bij het bruggetje, probeer een haiku over de egelantier. Om me heen zoemen hommels en bijen. Een merel baddert, een kraai pulkt iets uit het grasveld. Net voor het hek op slot gaat ben ik bij de uitgang. De geur van daslook blijft achter.
Ik zoek woorden, maar
voel slechts de wind in mijn hoofd,
de zon in mijn hart
Labels:
Bloemendaal,
Haiku,
Kunst,
Plantjes,
Thijsse's Hof,
Vogels
zaterdag 20 februari 2016
Geluksroute Haarlem 2016: van hart tot hart
[ Collage van een deelnemer ] |
[ Mijn eigen collages als voorbeelden ] |
[ Collage van een deelnemer ] |
Na de lunch ga ik naar ‘Je bent nu hier’ aan de Zijlweg 46, voor een lezing van Ellen Akkerman over het gedachtegoed van Brené Brown. Ik heb nog even de tijd. Rick Shamier staat buiten Free Hugs uit te delen. Dat ziet er zo vrolijk uit, dat ik ook een bordje met ‘Free Hugs’ pak en meedoe. Wat een leuke reacties! Mensen die stuurs doorfietsen, mensen die lachend doorfietsen, mensen die afstappen voor een knuffel. Evenzo met de wandelaars. En het toeval wil dat net de cameraman van Haarlem105 langskomt...
[ Collage van een deelnemer ] |
[ Mijn workshop bij HOF20 ] |
[ Collage van een deelnemer ] |
[ Foto: Sandra Brandt ] |
Abonneren op:
Posts (Atom)