donderdag 16 februari 2017

Mijn Geluksroute Haarlem 2017: shiatsu!

Twee volle dagen shiatsu geven: dat was mijn Geluksroute dit jaar. En het was geweldig! Samen met Jaap, en op zondag ook met Petra, gaf ik bij HOF20 aan de lopende band korte behandelingen op de tatamimat of op de speciale stoel. Ook gaven we twee keer een workshop ‘Leer zelf shiatsu geven’.

[ Stilte voor de storm ]
Het zag er even naar uit dat voor mij de pret niet door zou gaan: vlak van tevoren werd ik snotverkouden. Als een dweil liep ik op zaterdag bij HOF20 naar binnen. Medegeluksbrenger Laura Freling werd mijn redding. Zij gaf mij Reiki, met haar handen op mijn schouders, op mijn hoofd, boven mijn hoofd. Binnen een paar minuten voelde ik alles van me afglijden en kwamen er een lichtheid en ontspanning over me. Ik heb me de hele dag fit gevoeld. Dat was nodig ook, zo veel animo als er was voor onze shiatsubehandelingen! Ook onze workshop zat vol.

Wat een feest om al die mensen te laten ervaren waar ik zelf zo gelukkig van word. Dat is zowel het ontvangen van shiatsu als het geven. Shiatsu is Japanse drukpuntmassage. Het vraagt geen spierkracht om mee te werken, je maakt gebruik van de zwaartekracht. Je geeft ook niet je eigen energie weg, door de druk en strekking bied je de energie van de ander gelegenheid om door te stromen. Het aardige is dat je in je eigen lijf kunt voelen wat je doet: als je goed zit, voelt het prettig en blijmakend. Bij shiatsu geldt dat geluk brengen ook geluk ontvangen is.

Op dag twee van de Geluksroute had ik wel wat opstarttijd nodig. Ik word dan wel niet heel moe van shiatsu geven, alle sensatie en uitwisseling van dag één waren behoorlijk intensief voor me. Gelukkig hadden de geluksplukkers op zondag ook wat opstarttijd nodig, en kon ik in alle rust met een kopje thee en wat oefeningen Qi Gong tot mezelf komen, daar op de zolder van HOF20. Zo zie je maar weer hoe de Geluksroute werkt: alles gaat zoals het moet gaan, je kunt het in vertrouwen laten gebeuren.

Luister NH Leeft Zondag 5 februari
(met video van de Free Hugs)
Deel 1:
11.11 intro Isabella
17.25 Marike in de ballenbak
34.44 Shiatsu bij mij in HOF20
51.33 Geluksdrankje bij HOF20
Deel 2:
18.17 Free Hugs met Rick Shamier
34.50 Energetische facelift van Raymon Donk
49.45 Complimentenloket
Wat ik ook in vertrouwen liet gebeuren was het interview voor Radio Noord-Holland. In het programma NH Leeft vlinderde verslaggeefster Isabella Prins door de Geluksroute Haarlem. Zo kwam ze bij mij op de mat terecht voor een live interview terwijl ze shiatsu van mij kreeg. Dat was nog niet eenvoudig, met haar koptelefoon op en kabels en zendapparaat om. Haar rug voelen met mijn handen en tegelijk denken om haar vraag te beantwoorden was ook een uitdaging. Ik was blij dat ik al wat radioervaring had van de vorige Geluksroute.

Doordat we zondag met ons drieën waren voelde ik de ruimte om mee te doen met de workshop ‘Mag ik ook mild voor mezelf zijn?’ van Titia Bakker. Ik heb in de afgelopen paar jaar hardhandig moeten leren vooral goed voor mezelf te zorgen. Nu ik steeds vitaler word sluipt de neiging tot doordouwen er weer in. Ik wil zo veel en het gaat zo langzaam! En ik blijf onzeker of ik echt moe ben of dat ik alleen gewend ben geraakt aan het idee van moe zijn. Met als gevolg dat ik het pas geloof als ik me weer eens flink overbelast heb. In de workshop leidde Titia ons door een visualisatie: “Vanuit een veilige plek in je gedachten komt er een wijze vrouw op je toe lopen”. Ik zag haar niet, dat wil zeggen, ik zag een oudere vrouw van een reclameplaatje, die wilde ik niet. Mijn zus? Nee. Mijn eigen spiegelbeeld dan? Ook niet. Ik liet het idee van een vrouw los. Onmiddellijk verscheen mijn eigen trouwe gids – een oude Japanner – en zat ik op mijn bekende bergtop. “Maar je bent toch gewoon oké?” glimlachte mijn gids. “Ja, dat weet ik ook wel”, antwoordde ik welgemeend. Zo eenvoudig kan het zijn.

De workshop ‘Leer zelf shiatsu geven’ zat ook op zondag weer vol, en we gaven de rest van de middag nog vele behandelingen. Mijn verkoudheid was volledig naar de achtergrond verdwenen. Ik voelde me fantastisch! Daarna moest ik drie dagen bijkomen. Moe was nu echt moe, wist ik. Moe maar gelukkig.

De eerstvolgende introductiecursus shiatsu begint op 22 maart. Hierin leer je in vijf lessen zelf shiatsu geven. Wil je graag een behandeling shiatsu ontvangen? Jaap Storteboom is een ervaren en erkend shiatsutherapeut. Of je kiest voor een behandeling door een therapeut in opleiding, dat is bij mij of bij Petra.

Tot slot een impressie van de Geluksroute (met HOF20 vanaf minuut 2'28):

woensdag 13 april 2016

Haiku-wandeling in Thijsse’s Hof

De haiku is een eeuwenoude Japanse dichtvorm die wortelt in het zenboeddhisme. Het is natuurpoëzie. De dichter noteert waardoor hij wordt getroffen, niet in lyrische termen maar sober, vanuit een besef van het goddelijk absolute achter de veranderlijke natuur.

Als je zelf een haiku-wandeling maakt hoef je dat natuurlijk niet zo serieus te nemen. Gebruik al je zintuigen, laat je raken en tel op je vingers; een haiku bestaat uit drie regels van in totaal zeventien lettergrepen: vijf lettergrepen op de eerste regel, zeven op de tweede regel en vijf op de derde. Idealiter spreekt uit een haiku welk seizoen het is, ofwel door het te benoemen, ofwel door te verwijzen naar een voor dat seizoen typerend verschijnsel, zoals sneeuw of narcissen. Wees specifiek, zoek naar contrasten of juist overeenkomsten in wat je hoort, ziet, ruikt, voelt. En bovenal: geniet.

* * * * *

Het is een van de eerste echt zonnige lentedagen. Onderweg naar Thijsse’s Hof knallen de forsythia’s me tegemoet. Ik zie paardenbloemen, speenkruid, dotters. Geel is blijkbaar de kleur van het voorjaar. De winterjasmijn is ondertussen uitgebloeid, de mahonie begint net. Een citroenvlinder komt voorbij. Zou ik hier iets mee kunnen voor een haiku? Iets met het verlangen naar de eveneens gele, zomerse wielewaal misschien? Ik let goed op al het geels onderweg, en zodra ik het ijzeren hek van Thijsse’s Hof door ben, been ik naar de vijver om op een bankje mijn gedachten op papier te zetten.

Windstil, blauwe lucht
met wolkjes als boodschappers:
twee vlinders, een hart


Het is zondags druk, alle bankjes zijn bezet. Naast het beeld van Thijsse zit een mijnheer in zijn eentje op een bank en ik vraag of ik erbij mag zitten. We raken meteen in gesprek, van schrijven komt voorlopig niets. Dat hoort ook bij zen: omstandigheden accepteren zoals ze zich voordoen en er volledig in aanwezig zijn. De mijnheer en ik spreken over jong en oud, hoe relatief dat is, over onze interesses, onze loopbanen, over de natuur.

Op zoek naar stilte
in gesprek met een vreemde,
onverwacht cadeau


Als hij verder loopt pak ik mijn schrijfboekje. Ik puzzel en puzzel, maar ik kan niets met het geel. Een meerkoet zwemt door de vijver, duikt regelmatig onder, brengt takjes en prut naar zijn nest verderop. Nu ik niet meer in gesprek ben merk ik hoe hard de vogels zingen: ik hoor merels, de fietspomp van de koolmees, een roodborstje en veel meer vogelzang die ik niet herken. Overal hoor je mensen praten, kinderen tetteren, buiten de Hof zoeven auto’s voorbij. Een paar citroenvlinders fladderen langs, een dagpauwoog, een kleine vos. De citroenvlinder heeft dezelfde kleur geel als de sleutelbloem, toch weer dat geel. Ik schrijf, kras door, herschrijf, tel de lettergrepen.

Oude rietpluimen
tussen de groene scheuten,
het water rimpelt


Uren vertoef ik op hetzelfde bankje, wat nou wandeling. Yneke, die vandaag de Hof beheert, komt me gedag zeggen. Ik loop met haar mee naar de egelantier. Ze laat me de jonge blaadjes ruiken. Ik wist niet eens dat die blaadjes ergens naar roken. Maar waarnaar? “Zure appelen,” helpt Yneke. Ze waarschuwt dat de Hof over een half uur dicht gaat. De meeste bezoekers zijn al vertrokken. Ik zit nog even op een bankje bij het bruggetje, probeer een haiku over de egelantier. Om me heen zoemen hommels en bijen. Een merel baddert, een kraai pulkt iets uit het grasveld. Net voor het hek op slot gaat ben ik bij de uitgang. De geur van daslook blijft achter.

Ik zoek woorden, maar
voel slechts de wind in mijn hoofd,
de zon in mijn hart

zaterdag 20 februari 2016

Geluksroute Haarlem 2016: van hart tot hart

[ Collage van een deelnemer ]
Aaah, de Geluksroute, afgelopen 6 en 7 februari, wat was het fijn, wat was het fijn. In aanloop naar de Geluksroute waren er alvast enkele Gelukscafés, ter voorpret en om praktische zaken door te spreken. Het motto van Sandra Brandt, coördinator van de Geluksroute in Haarlem, was helder: “Laat het gewoon gebeuren, het kan niet mislukken”. Tijdens een van die cafés vroeg iemand me wat ik ging doen. Tja, geluk plukken, maar oh wat kriebelde het om zelf ook geluksbrenger te zijn. Dat was op een donderdagavond. Dat weekend verzon ik met Sandra’s woorden in gedachten mijn workshop ‘Collagekaart van je Hart’, en op maandag kreeg ik mijn plek bij HOF20. Nu was het echt!

[ Mijn eigen collages als voorbeelden ]
Ik bedacht wat ik precies wilde overbrengen met mijn workshop, wat ik ervoor nodig had, hoeveel mensen ik zou kunnen verwachten en hoe ik het moest organiseren. Ik sneed de blanco kaarten op maat, maakte kaders, kocht lijmstiften, en verzamelde tijdschriften en scharen. Als visitekaartjes maakte ik minicollages. Bij Haarlem105 op de radio vertelde ik net als veel andere geluksbrengers over wat ik met de Geluksroute ging doen. Niet mijn eerste keer op de radio, maar nog steeds spannend! Dank aan Johan Rijbroek voor het nasturen van het interview met hem, zodat ik het kon terugluisteren (en jullie nu ook). Naast het voorwerk voor mijn eigen activiteit hielp ik mee bij Dé Plek, Waarderweg 19. Dat is een nieuwe bruisplek in Haarlem, het knettert er van creativiteit, verbinding en ondernemerslust. We hingen sfeerlichtjes, decoratie en bewegwijzering op, kuisten de toiletten, de binnenruimten en de parkeerplaats, vulden en stempelden de zakjes met informatie voor de geluksplukkers, en aten samen, dankbaar voor deze cocreatie. De Geluksroute kon beginnen.

[ Collage van een deelnemer ]
Op zaterdag 6 februari ben ik enkel geluksplukker. ‘s Ochtends doe ik bij Mia Macke een workshop Familieopstellingen. Degene die de vraag inbrengt plaatst (enkele) deelnemers in een opstelling om een aspect of rol te vertegenwoordigen. In het proces dat volgt verandert die opstelling, waardoor als het ware het patroon geheeld wordt. Dit is mijn eerste ervaring met systeemwerk en het is fantastisch om mee te maken! Ik mag meedoen als representant. Het verrast me hoe gemakkelijk ik in het energiepatroon stap: ik reageer in mijn gedrag en gevoel op wat de opsteller uitstraalt. En als dat verandert, is mijn houding ook anders. Je denkt dat je uit jezelf handelt, maar dit leert me hoe onbewust je reageert op de energie van de ander, en dus hoe het uitmaakt wat je uitstraalt voor hoe een ander op jou reageert.

Na de lunch ga ik naar ‘Je bent nu hier’ aan de Zijlweg 46, voor een lezing van Ellen Akkerman over het gedachtegoed van Brené Brown. Ik heb nog even de tijd. Rick Shamier staat buiten Free Hugs uit te delen. Dat ziet er zo vrolijk uit, dat ik ook een bordje met ‘Free Hugs’ pak en meedoe. Wat een leuke reacties! Mensen die stuurs doorfietsen, mensen die lachend doorfietsen, mensen die afstappen voor een knuffel. Evenzo met de wandelaars. En het toeval wil dat net de cameraman van Haarlem105 langskomt...



[ Collage van een deelnemer ]
Na de lezing voel ik onrust, ik wil weer langs Mia. Die middag geeft ze individuele consulten, waarbij je geen mensen maar voorwerpen opstelt. Als ik aankom is er niemand voor me, het lijkt wel alsof ze op me zit wachten. Ik heb die ochtend gemerkt dat je als deelnemer aan een opstelling het energiepatroon kan voelen en erop kan reageren. Maar hoe moet dat met levenloze voorwerpen? Ik kies voorwerpen uit die mijzelf en mijn familieleden vertegenwoordigen. Het klopt, de voorwerpen kloppen echt bij de mensen, bizar. En ik kan voelen wat er gebeurt als we de opstelling doorwerken. Dit geeft niet slechts inzicht, voor mijn gevoel is het energiepatroon van mijn familie echt veranderd, hersteld. Dit is niet uit te leggen, dit moet je meemaken.

[ Mijn workshop bij HOF20 ]
De volgende dag heb ik ‘s ochtends bij HOF20 mijn eigen workshop, Collagekaart van je Hart. Tot mijn verbazing zie ik die net zo ontspannen tegemoet als ik hem voorbereid heb. Het motto van Sandra Brandt is blijkbaar goed bij me aangekomen. We richten de opkamer in met een grote tafel op schragen. Optimistisch zet ik er zes stoelen omheen, voor vijf deelnemers en dan kan ik zelf ook nog zitten. Zodra ik ben geïnstalleerd druppelen de eerste mensen binnen. Ik geef wat aanwijzingen voor hoe ze het maken van de collage kunnen aanpakken, zowel praktisch als qua intentie, en ze gaan aan de gang. Een echtpaar schuift erbij aan, mevrouw maakt een collage en mijnheer gaat gezellig een tijdschrift zitten lezen. Algauw moet hij verkassen naar het zithoekje in de opkamer, want er willen nog meer mensen meedoen. Ik geef mijnheer een kopje thee erbij en sleep meer stoelen aan. En nog meer stoelen, het wordt steeds drukker, de mensen moeten inschikken. Met rode konen help ik iedereen op weg, stuur wat bij, geef feedback. Iedereen is enthousiast en er ontstaan de prachtigste collages, dit is zo inspirerend! Als ik even ga zitten om een boterham te eten merk ik hoe moe ik ben van deze intensieve uren. De workshop loopt op zijn eind, we ruimen de tafel leeg voor de volgende geluksbrenger. Een van de shiatsutherapeuten verbonden aan HOF20 verwent me met een verrukkelijke stoelmassage en ik kom weer helemaal bij.

[ Collage van een deelnemer ]
Nagloeiend van mijn workshop en de massage breng ik de materialen van mijn workshop naar huis. Ik spring gelijk weer op de fiets om naar Dé Plek te gaan. Ik wil heel graag het labyrint lopen, dat daar op zolder uitgelegd ligt. In het eerste jaar van de Geluksroute heb ik het labyrint gelopen dat toen in de Oude Bavo getekend lag. Dat was een bijzondere ervaring: met elke stap meer naar binnen tredend, tot je in het centrum aankomt. Daar even verwijlen, en dan de weg terug naar de buitenwereld. Het pand in de Waarderpolder heeft een heel andere sfeer dan de kerk, maar dat blijkt niets uit te maken. Er speelt serene muziek, mensen die vanaf de buitenkant toekijken praten niet, of zachtjes. In het labyrint lopen enkele mensen, ingekeerd en in hun eigen tempo. Voorafgaand mag je een kaart trekken; ik trek ‘Start’, dat staat voor een nieuw begin. Inderdaad, dit is een nieuw begin voor me. Ik maak weer deel uit van het leven, maar niet meer hoe ik was. Net als de voorgaande drie edities voelt deze Geluksroute voor mij als een sleutelmoment. In het labyrint rollen de tranen over mijn wangen. Niet van verdriet, maar van ontroering, van trots op mezelf, van dankbaarheid voor de mensen in mijn leven, voor de verbinding die ik met hen om me heen voel, de liefde. De weg van het midden terug naar buiten voel ik me lichter, ruimer worden, alsof ik meer lucht heb, een last heb achtergelaten.

[ Foto: Sandra Brandt ]
Beneden in de zaal zit ik een tijd in een hoekje achteraf op een zachte bank, met mijn ogen dicht, stilletjes luisterend naar het geroezemoes verderop. Ik ben op, na dit immens fijne en intensieve weekend. Zal ik gewoon naar huis gaan en de stadspicknick overslaan? Als ik eindelijk opsta, staat het eten klaar. Ik schep toch maar een bordje op en schuif aan, genietend van het gezelschap. De sfeer is aangenaam en rustig. Na het eten speelt de band Tardis, met een mooie zangeres, drie akoestische gitaren en een cajón. De muziek is als een warm bad. Ik eindig de Geluksroute in de ballenbak voor volwassenen (hoewel ook zeer geliefd bij kinderen). Op de witte ballen staan vragen die je kunt stellen om elkaar beter te leren kennen. Met vier mensen in de bak en twee aan de buitenkant wisselen we van gedachten over wat de vragen oproepen. Ik ben gelukkig.

donderdag 21 januari 2016

Geluksroute Haarlem 2016: van geluksplukker tot geluksbrenger

De eerste keer dat de Geluksroute in Haarlem was, was ik net terug uit Frankrijk van de crematie van mijn zus. Enkele weken eerder had mijn moeder een herseninfarct gehad, terwijl ik net een paar maanden daarvoor de diagnose van een schildklierziekte gekregen had. Ik was kapot, leeg, daas, maar tot nu toe stond ik nog overeind. Het zware werk moest nog beginnen: de emotionele, administratieve en praktische verwerking van alles. In het oog van de storm dompelde ik me onder in het warme bad van verbinding, inspiratie en blijheid dat de Geluksroute is. Ik zweefde van knutselworkshop naar schrijfsessie, naar yoga, naar stadspicknick, en alles ertussenin.

De tweede editie van de Geluksroute in Haarlem vierde ik dat ik het eerste jaar van rouw achter de rug had. De derde editie was ik uitgeput omdat ik daarna ingestort was in plaats van bijgetrokken. Maar haptotherapie, yoga, meditatie en shiatsu hebben me erbovenop geholpen. En nu, bij de vierde editie, doe ik voor het eerst niet alleen mee als geluksplukker, maar ook als geluksbrenger, een wens die ik vanaf de allereerste keer had.

[ Verjaardagskaart voor vriendin ]
Tijdens mijn herstel maakte ik collages van teksten en afbeeldingen die ik uit tijdschriften knipte. Het was en is voor mij een manier om mijn innerlijke beelden zichtbaar te maken voor mezelf. Een schaar, oude tijdschriften, een plakstift en een ondergrond, meer heb je niet nodig. Zelfs geen fantasie. Knip alles uit wat je raakt, waar je je toe aangetrokken voelt, al dan niet met een vraag of thema of persoon in gedachten. Je zult verbaasd staan over de kracht van het beeld dat ontstaat als je de knipsels bij elkaar brengt in een collage. Kom het ook ervaren! Tijdens de Geluksroute Haarlem, op zondag 7 februari tussen 10.30u en 12.30u: ‘Collagekaart van je Hart’, bij HOF20 - vitale mensen in vitale organisaties.

Of pluk je geluk bij een of meer van de vele andere geluksbrengers op de komende Geluksroute Haarlem, 6 en 7 februari 2016.

De Geluksroute is een gratis evenement. Het meeste is te regelen vanuit overvloed en overwaarde, maar voor de praktische kosten en speciale projecten is een crowdfundingcampagne gestart. Maak je de geluksroute komend jaar mede mogelijk? Doneren kan al vanaf 7 euro.

dinsdag 10 november 2015

De kunst van Alzheimer

[ Portret van mijn moeder, 2e versie ]
Het eerste weekend van november vindt in Haarlem en omgeving de Kunstlijn plaats. Op de open ateliers en alle exposities komen massa’s bezoekers af. Voor zondag heb ik met een vriendin afgesproken om rond te kijken, maar op zaterdag wil ik alvast een bijzondere expositie beleven: ‘Zolang ik er ben, het dilemma van de vervliegende geest’. Het is een tentoonstelling bij het gelijknamige boek in wording. Tijdens de Kunstlijn zijn in verpleeghuis Overspaarne tekeningen te zien van Christel Bouwmeester. Zij vraagt zich af wat iemand met Alzheimer ziet, wat er gebeurt in dat hoofd. Om dat in te voelen maakt zij ‘blind’ portretten, dat wil zeggen, zonder op het papier te kijken. Hoe voelt het om te tekenen zonder controle, zonder oriëntatie? Bezoekers mogen zelf een blind portret maken en dat wil ik graag proberen.

Ruim tweeënhalf jaar geleden werd mijn moeder na een herseninfarct opgenomen op een gesloten psychogeriatrische afdeling, met de diagnose ‘mengbeeld Alzheimer en vasculaire schade door het infarct’. Zij heeft altijd veel getekend en geschilderd, en nu nog gaat ze wekelijks naar de tekenclub in het tehuis waar ze woont. Zij zou deze expositie vast enorm kunnen waarderen, en hoe zou ze het blind tekenen ervaren? Ik zie op tegen de tour de force met de rolstoel maar besluit haar toch op te halen. Mijn moeder is zoals altijd blij verrast me te zien: “He, was je in de buurt?” Het zou kunnen dat ze denkt dat ik uit Haarlem kom terwijl zij nu in Brabant zit, of andersom. Ze heeft wel zin in een uitje. Een van de verzorgenden heeft het persbericht van de tentoonstelling gezien. “Hoe heet het ook alweer,” probeert ze zich te herinneren, “’Haal me hier weg’ of iets dergelijks?”

Er staat toevallig een rolstoel met stevig opgepompte banden klaar, waar anderen net mee weg zijn geweest. Ik hijs mijn moeder in haar jas. Ze reikt naar haar rollator, maar ik trek de rolstoel erbij. Om te beginnen gebruikt ze die als rollator door erachter te lopen; als ze moe is kan ze erin gaan zitten en duw ik haar. Ik wijs haar de weg naar de uitgang. De knieën zijn stijf, maar aan het eind van de gang gaat het al wat beter. Als we de straat uitkomen is het genoeg en wil ze zitten. Maar goed ook, want het is druk op straat en ik vrees voor de enkels van de mensen. De rolstoel piept en kraakt en steunt op zijn smalle bandjes, maar ‘krakende wagens lopen het langst’ stel ik mezelf gerust. Ik doe voorzichtig bij alle stoepen, één keer maar lanceer ik mijn moeder bijna voorover als een één centimeter hoge rand een te grote hobbel blijkt. Wachten op het stoplicht duurt mijn moeder te lang. “Zullen we vast oversteken?” stelt ze voor. “Nee ma, het is hier knetterdruk en ik heb geen overzicht.” “Ik zal er maar even uitgaan dan hè,” zegt ze terwijl ze vast op gaat staan, “dat is handiger met oversteken.” “Nee, nee, blijf nou zitten!” reageer ik geschrokken, “het is echt veel makkelijker als ik jou duw.” Ze geeft zich gewonnen. Een paar straten verder kijkt ze bezorgd naar het kanaal aan de linkerkant. Ik houd goed afstand tot het water. Nog een bruggetje en we zijn er.

Bij Overspaarne worden we verwelkomd met thee en koffie. Als we wat geacclimatiseerd zijn gaan we rustig alle portretten bekijken. Mijn moeder leeft op, ze kan zo genieten van kunst! En van portretten helemaal, die tekende ze vroeger ook veel. Ze bekijkt elk portret met grote aandacht. Ik vraag of ze ook wil tekenen, dat we elkaar dan zullen tekenen. Dat hoeft van haar niet: “Mijn handen zijn de laatste tijd zo opgezet en raar.” Ik zeg dat dat al heel lang zo is, en dat ze hier lekker dikke potloden hebben, dan hoeft ze minder verkrampt te knijpen. Na enig aandringen wil ze dan wel even een potlood vasthouden om te voelen hoe dat is. Verrast constateert ze dat het prima gaat. Bij haar op de tekenclub hebben ze een opzetstuk om potloden dikker te maken, maar dat wil ze nooit. Ik vermoed dat ze nooit iets wil omdat haar hoofd blokkeert als ze over een vraag moet nadenken.

[ Portret van mijn moeder, 1e versie ]
We gaan tegenover elkaar zitten met elk een blanco vel voor ons en een dik potlood in de hand. “Je mag niet op het papier kijken,” zeg ik. “Oh maar ik kijk wel gewoon hoor,” zegt ze terug. Ik refereer aan dat ze dat vroeger ook gedaan heeft, ‘blind’ tekenen, dat weet ik nog, maar daar heeft ze geen boodschap aan. Zij tekent zoals ze dat altijd doet, punt uit. Terwijl ze op de tekenclub het eerste half uur niets doet door alle afleiding, begint ze hier na enkele aansporingen al mijn portret te tekenen. Ik ga haar wel blind tekenen, maar onwillekeurig kijk ik voortdurend op het vel. Ik houd mijn linkerhand erboven om mijn blik tegen te houden. Ik let nergens op en schets gewoon, maar ik raak al gauw de kluts kwijt omdat ik geen idee heb waar ik een haarlijn, neus of kin gezet heb, zodat ik niet weet waar ik moet mikken voor de ogen en schouders. Gedesoriënteerd dus, als een Alzheimerpatiënt. Mijn oog valt op mijn moeders handen en ik teken die op de gok onderaan het vel erbij. Ik schrik als ik het resultaat zie: een fascinerende chaos, bij elkaar gehouden door haar ketting die lijkt op een uitgezakt kunstgebit en de handen die de tekening een basis geven. Dat kan beter, ik begin overnieuw op de achterkant. Mijn moeder tekent ondertussen goed kijkend verder aan mijn portret.

Bij mijn tweede poging probeer ik welbewust te coördineren waar ik het potlood zet. Het opschroeven van de controle geeft een aanzienlijk beter resultaat. Hoewel vervreemdend verwrongen lijkt het portret toch op mijn moeder. Nog even gericht wat (ongecontroleerd) water erover spuiten en met de vingers uitvegen en het portret is af. Mijn moeder is inmiddels ook klaar met tekenen. Ik herken mijn krullenkop. De ogen zijn intens, geprononceerde neusgaten. Bij mijn mond had ze blijkbaar geen zin meer, die is alleen dun opgezet. De mensen van ‘Zolang ik er ben’ zijn onder de indruk van haar tekening. Ze vertellen meer over het project en wat ze ermee beogen: mensen met Alzheimer een stem geven, te vertellen hoe het is om met Alzheimer te leven, met kunst als ingang daartoe. Mijn moeder luistert geïnteresseerd toe. Omdat haar taal en sociale reacties nog zo goed zijn, komt ze niet bepaald dement over, ook niet voor haarzelf. Ze merkt wel dat haar geheugen achteruit gaat en dat ze zich “de laatste tijd zo wazig voelt”.

[ Portret van mij door mijn moeder ]
Het was een intensieve middag, we gaan op huis aan. “Waar gaan we heen?” vraagt ze. “Naar huis,” antwoord ik in het algemeen. “Waar gaan we naartoe?” vraagt ze even later weer. “Naar het verpleeghuis, daar woon je,” antwoord ik nu. “O ja,” zegt ze, en vervolgens: “Moeten we dan niet de andere kant op?” “Nee, dat was vroeger,” leg ik uit, verbaasd dat ze die richting blijkbaar nog wel weet. “Waar woon ik nu dan?” “In het verpleeghuis.” “O ja.” Het duwt best zwaar, die glooiende bruggen over. “Wil jij even zitten?” biedt mijn moeder aan. “Nee hoor ma, het gaat wel, we zijn er bijna.” “Waar gaan we ook alweer naartoe?”

Vlak voor de ingang van het verpleeghuis komen we mijn docente van de schrijfcursus tegen, toevallig ook de dochter van een vroegere medebewoonster van mijn moeder. Mijn hersens raken in de war door de overlapping van twee contexten. “Dit is... mijn filosofiedocente,” floep ik eruit, de schrijvende filosoof uit de laatste les nog in gedachten. Erfelijk belast, grap ik vanbinnen. “Kent u me nog?” vraagt mijn docente als ze zich aan mijn moeder voorstelt. Ze legt uit wie ze is. “O ja hoor!” reageert mijn moeder enthousiast. Ik heb geen idee of ze echt nog een glimp van herkenning heeft of dat ze meespeelt met de situatie. Maar ach, wat maakt het ook uit.

Om het boek te kunnen realiseren zijn er donaties nodig. Je kunt ook bijdragen met je verhaal over je ervaringen met Alzheimer. Zie de website www.zolangikerben.nl