zondag 29 april 2012

Enerverend hoor, een nieuwe camera

[ ontluikende Japanse esdoorn ]
Met bonkend hart en ziek van de keuzestress heb ik een nieuwe camera gekocht. Het is een geavanceerde compact camera (bridge). Geavanceerd is hij zeker, ik tol om van alle mogelijke instellingen. Hij kwam uitstekend uit beoordelingen, je kunt er heel veel handmatig aan instellen, en het allermooiste: hij heeft een zoom van 30x. Bovendien kun je (geruisloos) zoomen tijdens het filmen.

[ longkruid ]
Mijn oude compact was ik erg aan verknocht, maar de tijd heeft hem ingehaald. Met maar 4 megapixels, 4 keer zoom en geen beeldstabilisator was ik steeds vaker teleurgesteld als ik een vogeltje of een hert wilde fotograferen. Een sperwer die op mijn schuurdak een tortel had gevangen gaf de doorslag, had ik nu maar mijn nieuwe camera gehad! Dan had ik nu niet zo een vage bewogen foto ervan.

[ paarse dovenetel, crop ]
Alsof het zo moest zijn stond de camera waar ik na lang onderzoek mijn keus op had laten vallen in de aanbieding bij een fotozaak. Nu of nooit, dacht ik. Hij is groter dan mijn oude compact, en roept nostalgische gevoelens van mijn analoge spiegelreflex op, zo lekker ligt hij in de hand. Maar nu moet ik er nog mee leren werken, hoe moet ik hem instellen, wat betekent alles, hoe werken de knopjes en menuopties? Ik experimenteer in mijn tuin. Ik lees zo veel in de handleiding dat ik ervan in de war raak. Ach, alles op zijn tijd, ik heb hem net een dag.

maandag 9 april 2012

Kievitsbloemen in Thijsse's Hof

[ Pinksterbloemen ]
Een mevrouw op leeftijd kijkt glimlachend over het weitje van Thijsse's Hof. Het is druk, meer mensen hadden het idee om op Eerste Paasdag een voorjaarswandeling te maken. Thijsse's Hof is prachtig in deze tijd van het jaar. En wij staan nu op het naar mijn mening mooiste plekje: vanuit het boshoekje langs de vijver uitkomend op de wei.

[ Zomerklokjes en kievitsbloemen ]
De wei staat vol met zomerklokjes, pinksterbloemen, narcissen en kievitsbloemen. "Dit is pure nostalgie voor mij", vertelt de mevrouw. "Toen ik een kind was stonden de weiden vol met kievitsbloemen." Ze komt uit Overijssel, om precies te zijn uit Hasselt. "Hasselt?" vraag ik in verwarring, "dat ligt toch heel zuidelijk?" "Je denkt aan Hasselt, België." Ach natuurlijk, België. Zat ik toch goed met mijn zuidelijke associatie. Hasselt is ook een plaats in Overijssel, liggend aan het Zwarte Water en de Dedemsvaart. Het is een Hanzestad, iets waar ze in Hasselt trots op zijn. "Maar die trots heb ik niet overgenomen" zegt ze er nadrukkelijk bij. "Die kievitsbloemen, die noemden we Coorbloemen in het Hasselter dialect." Ik kan het later niet terugvinden op Internet, hoe ik het ook schrijf. Wel vind ik op Wikipedia een uitgebreid artikel over het Overijsselse Hasselt. Het dialect maakt, zo lees ik, deel uit van het Nedersaksisch. Ook met deze kennis vind ik geen vertaling van 'kievitsbloem' in het Hasselts.

[ Sleutelbloem ]
De mevrouw mijmert dat ze dit weitje vol bloemen graag aan haar broer zou laten zien. Maar ja, die is niet meer zo goed ter been, net als zijzelf. Thijsse's Hof lijkt me toch goed te doen met een stok. Het zijn mooie paden, en je hoeft niet ver te lopen om veel te zien in dit kleine park.

[ Tapijt van bosanemonen, ook
in het Bloemendaalse Bos ]
Als ik even later op een bankje opschrijf wat ik gehoord heb, komt er een dame met een rollator langs. "Zo, huiswerk aan het maken?" vraagt ze. Ik vertel dat ik net een leuk gesprek had dat ik wil noteren. "Die mevrouw herinnerde zich uit haar jeugd weiden vol kievitsbloemen." "Oh, dat herinner ik me ook nog wel hoor." Ik wil net vragen waar zij opgegroeid is, maar ze praat verder: "Wat is het vandaag druk hè. Normaal loop ik hier lekker in mijn eentje. Ik ga gauw naar huis." En woep, weg stuift ze met haar rollator. Zo goed zijn die paden in Thijsse's Hof.

maandag 2 april 2012

Vreemde vogels

[ wilde eend en krooneend ]
In de Kennemerduinen, bij de Oosterplas, zit een man op zijn hurken om een eend te fotograferen. Die gedraagt zich alsof die meneer misschien iets lekkers bij zich heeft. Hij heeft een snavel als een zuurstok, zo rood. Wat een mooie eend! Thuis lees ik dat het een krooneend is. De krooneend heeft zich aangesloten bij een koppel wilde eenden. Ze lijken geen problemen te hebben met dit derde wiel aan de wagen. Waarschijnlijk ziet het mannetje de zonderling niet als concurrentie. De krooneend komt bij mij kijken, maar ook ik haal geen eten tevoorschijn. Gedrieën kabbelen ze het meer op.

[ hertenvraat ]
Ik hoor weinig vogels, valt me op. Misschien door de harde wind? In het bos richting Vogelmeer klinkt ineens wel van alles. Daar zit een tjiftjaf in een boom. Vinkjes, meesjes, merels, een specht, en ver weg een schraperig eentonig gekras dat ik niet herken. In een den hipt een boomkruiper omhoog. Hij voelt dat ik sta te kijken en blijft stil zitten. Onzichtbaar, niet meer dan een vlekje op de bast. Als ik net doe alsof ik naar andere bomen kijk gaat hij weer verder met insecten zoeken.

[ verscholen plas op weg
naar het Vogelmeer ]
Bij het vogelmeer is het druk: veel ganzen, zwanen, een fuut, ik zie zelfs een kwikstaart op de oever. Veel mensen ook. Een man beent voorbij met op zes meter afstand zijn vrouw erachteraan, zwoegend met een tas om en op stadse laarzen. Bijna uit het zicht heeft hij eindelijk door dat ze hem niet bijhoudt, hij keert en loopt op haar toe. Ik verlies ze uit het oog. Even later komen ze weer langs mijn bankje, zij wederom meters achter hem aan strompelend. Gezellig met zijn tweetjes aan de wandel.

[ fitis? ]
Er zijn altijd wat meer mensen zo dicht bij Parnassia. Weer op pad moet ik een fotomoment inlassen om een converserend stel voor te laten gaan om het geklets achter me kwijt te raken. Gelukkig zit er een vogeltje bovenin een struik te kwinkeleren. De meest gangbare vogels kan ik op uiterlijk wel herkennen, boomkruiper of boomklever haal ik nooit door elkaar, koolmees of pimpelmees, een eitje. Maar zodra het een KBRVtje betreft ben ik nergens meer: een klein bruin rotvogeltje, met dank aan de vogelgids van Hans Dorrestijn.

[ uitzicht halverwege de Starrenberg ]
Ik was die schapen van vorige keer vergeten, de wandelroute is voor hen omgeleid. Wandelaars worden langs de afrastering over het fietspad gestuurd. Niet leuk, dat drukke, lange, rechte klinkerpad. Ik word bijna de berm in gereden door 'die eikel met zijn bakfiets', zoals een even later tegemoetkomende fietser zich over hem beklaagt tegen zijn vrouw. Opgelucht kan ik eindelijk afslaan. Daar ligt een groepje schapen buiten de afrastering hun vrijheid te overkauwen. Deze keer geen boswachter te bekennen.